De kunst van het interveniëren – boekbespreking door Cees Hoogendijk

Ik las De Kunst van het Interveniëren en vind het een fris en letterlijk overzichtelijk boek.

Met dat laatste bedoel ik dat alle voor deze professie relevante bronnen die ik verwachtte aan te treffen, daadwerkelijk de revue passeren. Denk o.a. aan Gergen, Lewin, Mintzberg, Morgan en heel belangrijk ook: Schein. In dat opzicht mag het boek compleet genoemd worden, met als compliment dat je de gekozen bronnen en hun theorieën niet vaak in één werk verzameld ziet. Het boek is in die zin zeker (hoger) onderwijs waardig.

Door: Willem de Wijs

Na lezing bladerde ik terug naar de paragraaf Waarom zou jij dit lezen? en bedacht mij dat de titel van het boek aardig klopt … en nóg beter zou kloppen als was gekozen voor “Interveniëren is een kunst”. Ik denk namelijk dat je in zekere zin een interventiekundige moet zijn – en de kunde dus al in huis moet hebben – om de geëxposeerde collectie in haar samenhang op waarde te kunnen schatten. Je moet in die hoedanigheid vervolgens tussen de regels door gaan lezen, alle bronnen napluizen en zeker ook de oefeningen gaan beoefenen, om jouw kunde tot kunst te kunnen verheffen.

Dat doet dit boek niet zelf. Eigenlijk noopt het je er ook niet toe; die slag van kunde naar kunst zal de lezer geheel zelf moeten maken. Kan ook niet anders: ‘kunde’ laat zich nog net beschrijven; maar voor ‘kunst’ bestaan geen recepten.

Of anders gezegd: de recepten voor kunde en kunst – in dit geval van het interveniëren – zijn hetzelfde. Het gaat erom wat je met die recepten doet.

Ik weet dus niet zeker of de niet-interventiekundige, of beter gezegd de interventie-niet-kundige, van dit boek meer gaat ontvangen dan (nieuwe) kennis. (To learn to know; iets waar het hedendaagse onderwijs al gauw tevreden mee lijkt te zijn.)

Tegelijk: heb je de kennis die dit boek bevat tot je genomen, en je wil iets met organisatie, dan herken je wellicht dingen die je zonder dit boek niet gezien zou hebben.

Ben je al een interventiekundige, dan helpt het boek je enerzijds dus aan meer samenhang en een helicopterview, anderzijds nodigt het jou dan wel dringend uit tot oefenen en beoefenen. (To learn to do.)
En in die (be)oefening zul je er dan achter gaan komen – niet uit de tekst maar door het uitproberen – dat Interveniëren een kunst is.

Of je die kunst vervolgens wel of niet gaat verstaan, daar doet het boek heel kunstig geen uitspraken over.

Je kunt het boek bestellen bij onze uitgever Mediawerf.