Hélène Oostdijk is storyteller en heeft samen met haar man een eigen bureau. Ze nam deel aan het Basisjaar Appreciative Inquiry in 2018. In deze blog schrijft zij over een ervaring tijdens de opleiding die haar is bijgebleven, en voor haar beslissend is geweest in haar huidige manier van werken.
Ik zit op de grond met kleurstiften en een groot vel papier. Het is de vierde bijeenkomst van het Basisjaar Appreciative Inquiry (AI) en de hele dag staat al in het teken van intuïtief werken. ‘Maak een tekening van jouw ontwikkeling’, is de opdracht. ‘Teken waar jij naar op weg bent. Niet teveel nadenken, laat jouw intuïtie het werk doen. Kies associatief en op gevoel.’ In mijn lijf voel ik weerstand. Of is het angst dat het mij niet zal lukken spontaniteit toe te laten? Een oud gevoel dat ik goed ken van andere momenten waarop ik in mijn professionele leven in een situatie terecht kwam waarin mijn ratio actief op mute werd gezet. Veiligheid zit voor mij toch kennelijk nog vaak in kunnen beredeneren. Gek eigenlijk, realiseer ik mij, ook voor de zoveelste keer. Naast mijn werk ben ik theatermaker, waarom zou ik daar wel in beelden en associaties kunnen denken en niet nu en hier?
Dus ik teken. Zoveel mogelijk zonder nadenken. Want als er één ding is wat de opleiding AI me in de voorgaande sessies al heeft geleerd, is het wel dat de werkvormen en het gedachtengoed van AI een heel ander register in mijn professionele ik hebben opengetrokken. In groepsdynamiek, in waarderend onderzoeken, in het werken met verhalen, in de hele manier van leren die op geen enkele manier lijkt op de klassieke manier van opleiden waar ik mijzelf zo goed in weet te handhaven. In mij. Want die twee kanten van Hélène lijken in rap tempo steeds meer samen te vallen.
Ik teken een hart. Een hart op grote, stevige voeten. Met een antenne op zijn (of haar…) hoofd, wijdopen ogen, een brede glimlach en uitgestrekte handen. Zo wil ik mij graag voelen en zo wil ik in de organisaties waar ik binnen kom open staan voor de mensen en hun vraagstukken. Mijn sensitiviteit niet verhullen achter een professioneel ogend masker van rationaliteit, maar vanuit waarneming, intuïtie en gevoel alles wat ik heb en kan inzetten om mijn klanten te helpen. Wat giechelig laat ik mijn tekening daarna zien aan mijn groepsgenoten. Eén reactie is me woordelijk bijgebleven: ‘Ik word ontzettend blij van jouw tekening. Wat heerlijk om te zien dat je zo stevig staat en toch zo open.’
Ik denk nog regelmatig aan mijn hart. In mijn eindpresentatie heb ik opnieuw de tekening laten zien. Ik heb met mijn groepsgenoten gedeeld hoe deze zelfwaarderende, open houding mij over de maanden daarna heen al heeft geholpen om de wezensvraag binnen een grote overheidsorganisatie boven water te halen. In mijn zoektocht naar hun grote organisatieverhaal, heeft het gedachtengoed van AI mij zowel in mijn eigen houding als in mijn aanpak ongelofelijk veel houvast gegeven. Langer dan ik ooit in een organisatieadviesklus heb gedurfd, ben ik blijven zoeken en heb niet toe willen geven aan de drang om een antwoord te forceren. Uiteindelijk heb ik zelfs een waarderende kernvraag teruggelegd bij het management met het advies om die centraal te zetten in de volgende stap in het proces.
Op het moment dat zij ook voelden hoe een open en positief gerichte vraag het juiste gesprek en perspectief voor iedereen op kan leveren, veranderde de energie aan tafel. Het gebeurde ter plekke. Eigenlijk heb ik hen daar ook de intuïtieve beslissing zien nemen dat die vraag precies is waar het gesprek in de organisatie nog heel lang over moet -nee, mag- gaan. In dit geval heb ik AI niet eens bewust toegepast, maar bleek het een grondtoon die in mijn manier van werken al aanwezig was door de opleiding. Tegelijkertijd helpen de concrete instrumenten, werkvormen en inzichten uit de opleiding mij in de dagelijkse praktijk van mijn storytellingbureau. Het helpt mij om het werken met verhalen voorbij de gimmick en de hype echt naar strategisch niveau te tillen en het helpt mijn klanten positief perspectief in hun dagelijks werk te vinden.
Ik ga door met het toepassingsjaar, want ik ben nog lang niet klaar met AI. En AI niet met mij, vermoed ik.
Hélène Oostdijk